Tooneellied (1888)
Heft thans een juichkreet aan, Utrechtsche muzenzonen
Zoo liefde voor de Kunst nog leeft in uw gemoed
Wilt door een jubellied de heil’ge geestdrift toonen
Die ware schoonsheidszin in u ontgloeien doet
Kan ons Studenten Corps nog op uw liefde bogen
Heft dan een feestzang aan ter eer van ons Tooneel
En zingt het blijde uit met zijn geluk voor ogen
Waardering, liefde, eer vall’ immer het ten deel
Als wij ons Vaandel zien, ‘t geschenk der Stichtse Schoonen
Dat ons vol kalmen ernst op onze plichten wijst
Dat niemand, wie ‘t ook zij, ooit straffeloos zal honen
En dat steeds meer en meer in ieders achting rijst
Dan kunnen wij het vreugdgejuich niet langer smoren
Dan barst het jublend los en klinkt van keel tot keel:
Lang leve ons Tooneel, dat niets zijn bloei verstore
Steeds stijg’ in roem en eer ‘t zozeer geliefd Tooneel
Tekst: F.L.A. Roeloffs Valk
Muziek: M.W. Petri
Hieronder kunt u enkele versies van het Tooneellied beluisteren:
Gezongen door de Utrechtse Jongelieden Zangvereeniging Coers’ Lied
Gezongen door honorairen van het Kon.U.S.T.
1959 – Groenentooneel reprise
1969 – XVIIIe lustrum U.S.T. – zaal PhRM
1969 – XVIIIe lustrum U.S.T. – onder orgelbegeleiding